FAQ SR: Zoeken en selecteren

Wat is grijze literatuur?

Grijze literatuur is een term die alle materiaal dat niet in boeken of vakbladen is gepubliceerd omvat. Voorbeelden hiervan zijn doctoraatsthesissen, abstracts van congressen, werkinstrumenten en technische rapporten. Omdat dit soort materialen niet op de conventionele manier gepubliceerd worden, worden ze niet geïndexeerd in grote databases zoals Medline. Daarom is het vinden van grijze literatuur doorgaans moeilijker dan het vinden van gepubliceerde studies.

Waarom moet ik grijze literatuur zoeken voor mijn systematische review?

Cochrane raadt aan om grijze literatuur te doorzoeken, om zo het risico op het missen van studies te verkleinen. Daarnaast is het geweten dat gepubliceerde studies gemiddeld gezien positievere resultaten vertonen dan niet-gepubliceerde studies. Deze studies missen kan dus de resultaten en conclusies van een review beïnvloeden. Zie MECIR standaard C28.

Wat zijn booleaanse operatoren?

Booleaanse operatoren zijn woorden die kunnen worden gebruikt voor het opstellen van een (systematische) zoekstrategie. Deze woorden verbinden meerdere zoektermen met de bedoeling specifiekere of bredere resultaten te vinden. De meest bekende zijn de woorden ‘AND’, ‘OR’ en ‘NOT’.
De zoekvraag “lichaamsbeweging ‘OR’ knieartrose” resulteert in items die de termen lichaamsbeweging of knieartrose bevatten, en genereert dus bredere resultaten.
De zoekvraag “lichaamsbeweging ‘AND’ knieartrose” resulteert in items die zowel de term “lichaamsbeweging” als “knieartrose” bevatten, en genereert dus meer specifieke resultaten.
De zoekvraag “lichaamsbeweging ‘NOT’ knieartrose” excludeert de items over knieartrose. Deze zoekvraag resulteert in items over lichaamsbeweging, maar niet over knieartrose.

Wat zijn proximity-operatoren?

Proximity-operatoren zijn termen waarmee je kunt zoeken naar twee te combineren woorden met de bedoeling meer specifieke resultaten te bekomen. Elke databank heeft haar eigen proximity-operatoren. Hieronder enkele voorbeelden van de Cochrane databank.
De term ‘near’: zoeken met bv. ‘prostate near cancer’ geeft alle reviews weer die ‘prostate’ en ‘cancer’ bevatten met maximaal 6 woorden ertussen. De volgorde van de woorden maakt niet uit. Zo kom je zowel op ‘cancer of the prostate’ als op ‘prostate and bowel cancer’. Het is mogelijk om het aantal woorden ertussen te bepalen door ‘near/x’ te gebruiken waarbij x staat voor het aantal woorden.
Met de term ‘next’  vind je reviews die het eerste woord vóór hettweede gebruiken. Zo geeft zoeken met ‘prostate next cancer’ alleen de reviews weer waar ‘prostate’ vóór ‘cancer’ staat.
Pubmed heeft geen proximity-operatoren.

Wat zijn indextermen?

Indextermen zijn gestandaardiseerde termen die databanken toewijzen aan nieuwe artikels. Veel databanken, zoals MEDLINE, Cochrane en Embase, kun je doorzoeken met indextermen. MeSH-termen, ofwel ‘Medical Subject Headings’, zijn de meest bekende. Deze worden gebruikt in MEDLINE en Cochrane. In Embase worden Emtree-termen gebruikt.
Indextermen zijn handig als je op zoekt bent naar studies voor een systematische review, omdat je er artikels mee kan vinden die andere termen gebruiken om hetzelfde onderwerp te beschrijven. 
Een zoekstrategie die alleen uit indextermen bestaat, zal waarschijnlijk niet alle relevante artikels vinden, omdat de manier van toewijzen van indextermen tussen de databasen niet gestandaardiseerd is. Bovendien hebben de meest recente artikels mogelijk nog geen indextermen.  

Wanneer gebruik je publicatietype-termen in je zoekstrategie?

Publicatietype is een van de verschillende categorieën van de MeSH-databank. Met deze termen kun je een onderscheid maken tussen artikels van, bijvoorbeeld, gerandomiseerde studies en artikels over gerandomiseerde studies. Een artikel dat resultaten van een gerandomiseerde gecontroleerde studie beschrijft, krijgt een publicatietype-indexterm ‘Randomized Controlled Trial’. Artikels over gerandomiseerde gecontroleerde studies krijgen de MeSH-indexterm ’Randomized Controlled Trials as Topic’. Dit principe geldt ook voor indextermen voor andere studietypes. 

Hoe kun je het risico op bias in de zoekactie minimaliseren?

Systematische reviews vereisen een uitgebreide zoekactie om zo veel mogelijk relevante studies te vinden. Dit vermindert ook het risico op selectiebias in de getraceerde studies. De uitgebreide zoekactie is een van de kenmerken die systematische reviews van narratieve reviews onderscheidt en de kans op betrouwbare resultaten verhoogt. 
Om het risico op bias in de zoekactie te minimaliseren, beveelt Cochrane aan om meerdere databanken te doorzoeken; ten minste Cochrane’s centrale register van gecontroleerde studies (CENTRAL), aangevuld met Medline en Embase (indien niet reeds gedekt door het bovengenoemde register). Cochrane raadt verder aan om trial registers te doorzoeken en referentielijsten van relevante studies en systematische reviews te screenen. Bovendien kan het nuttig zijn om, afhankelijk van het onderwerp en de mogelijkheden, grijze literatuur te zoeken, contact op te nemen met andere onderzoekers, andere databanken te doorzoeken (nationale, regionale of databanken voor specifieke onderwerpen) of referentielijsten van reviews over verwante onderwerpen te screenen.
Zie ook MECIR standaarden C24-38

Wat zijn citatie-indexen?

Citatie-indexen zijn databanken van gepubliceerde artikels met links naar andere artikels die deze eerste citeren. Voorbeelden zijn Web of Science, Scopus en Google Scholar.
Bij het maken van een systematische review kun je citatie-indexen doorzoeken als een brondatabank. Daarnaast kun je via de links nieuwe potentieel relevante studies vinden op 2 manieren. Hiervoor start je met een studie die al geïncludeerd is in je systematische review. Met behulp van de citatie-indexen kun je enerzijds (oudere) studies bekijken die in je geïncludeerde studie geciteerd worden en anderzijds (recentere) studies die je geïncludeerde studie zelf citeren. Het nagaan van citaties is een bruikbare zoekstrategie, aanvullend op het doorzoeken van literatuurdatabanken.

Wat is Scopus en Web of Science?

Scopus is een citatiedatabank (zie EHSR van vorige week). Deze bevat zowel abstracts van studies als citaties van en naar andere artikels. Scopus richt zich vooral op sociale geneeskunde, maar bevat ook artikels over geneeskunde.
Web of Science is de internetdatabank van Science Citation Index, vroeger gekend als ‘Web of Knowlegde’. Deze collectie van wetenschappelijke databanken richt zich vooral op hoge-impact- en Engelstalige literatuur over wetenschap en technologie.
Een andere citatiedatabank, Google Scholar, is sterk in soorten informatie die niet uit tijdschriften komen.
Verschillen tussen de databanken zijn bijvoorbeeld gerelateerd aan de hoeveelheid disciplines, internationale en niet-Engelstalige studies en andere soorten informatie die ze omvatten, zoals rapporten en doctoraatsthesissen. De bibliotheek van de Universiteit van Iowa State heeft de drie databanken met elkaar vergeleken.
Welke databank moet je nu doorzoeken voor je systematische review? Op deze vraag bestaat geen simpel antwoord. Het hangt van je onderwerp af. Probeer ze best allemaal uit en bekijk het resultaat. 

Wat is het verschil tussen Medline/PubMed en Embase?

Medline is een databank met biomedische en levenswetenschappelijke tijdschriften, uitgebracht door de Amerikaanse Medische Bibliotheek. De databank richt zich vooral op professionals in de gezondheidszorg, inclusief onderzoekers, zorgverleners, docenten, administratieve krachten en studenten. PubMed is de zoekmachine voor Medline en is gratis toegankelijk. Voor OVID, de andere zoekmachine voor Medline, heb je een abonnement nodig.
Embase is een Europese databank van biomedische tijdschriften en conferentie-abstracts, uitgebracht door Elsevier. Het richt zich sterk op farmacologie, met tijdschriften over geneesmiddelenonderzoek (van de ontwikkeling tot tests en verkoop ervan) en toxicologie. Het indexsysteem van Embase, EMTREE, is ook gevoeliger om artikels over farmacologische onderwerpen te vinden. 

Wat zijn Cinahl, PsycINFO en PsycNet?

Cinahl en PsycINFO zijn onderwerpspecifieke tijdschriftdatabanken. Om deze databanken te doorzoeken, heb je een abonnement nodig.
Cinahl is sterk gericht op verpleegkundige onderwerpen en andere paramedische onderwerpen zoals kinesitherapie, ergotherapie, logopedie, voeding en diëtetiek.
PsycINFO focust eerder op psychologische onderwerpen, en specifiek op gedragswetenschappen en sociale wetenschappen. PsycNet is het platform dat toelaat om PsycINFO te doorzoeken, en is ontwikkeld door de American Psychological Association (APA). Het bevat ook andere informatiebronnen zoals boeken en video’s.

Waarom doorzoek ik best meerdere databanken?

Om de kwaliteit van je systematische review te verhogen, doorzoek je best meerdere databanken. Zoals beschreven in de voorgaande EHSR’s, zijn er verschillen tussen databanken, bijvoorbeeld in de onderwerpen en dus tijdschriften en eventuele andere bronnen die ze bevatten, en in de manier van indexeren en citeren van hun artikels. Zoeken in verschillende databanken verhoogt de kans om meer relevante studies te vinden.
Het belang hiervan wordt verduidelijkt door de zogenaamde MECIR standaarden over hoe je een Cochrane review schrijft. Ze zeggen dat “het zoeken naar studies zo uitgebreid mogelijk zou moeten zijn om het risico op publicatiebias te verminderen en om zoveel mogelijk relevant bewijsmateriaal te vinden“. Zie ook MECIR standaarden C24-38.

Andere suggesties om de kwaliteit van mijn zoekstrategie te verbeteren?

Het is niet nodig om de zoekstrategie door twee verschillende personen te laten uitvoeren. Zo’n duplicatie wordt wel aanbevolen voor andere stappen, zoals het screenen van studies voor inclusie of het beoordelen van het risico op bias.
Wel is het nuttig om een bibliothecaris of informatiespecialist met ervaring in systematische reviews te vragen om jouw zoekstrategie te peer reviewen. Peer review kan fouten in de zoekstrategie opsporen. De bibliothecaris kan ook suggesties formuleren voor de selectie van zoektermen, wat extra records kan opleveren. Het PRESS (Peer Review of Electronic Search Strategies) statement geeft hier richtlijnen voor.

Hoe ziet een goed studieselectie-formulier eruit?

Een goed studieselectie-formulier beschrijft de criteria voor alle belangrijke elementen van de onderzoeksvraag. Deze criteria helpen reviewers bepalen of een studie wel of niet in de review wordt opgenomen. Belangrijke elementen voor reviews van behandelingen zijn een beschrijving van:

  1. de populatie;
  2. de interventie;
  3. de controle.

De checklist beschrijft elk criterium duidelijk en expliciet, en helpt zo twee onafhankelijke reviewers om eenzelfde beslissing te nemen over een potentieel relevante studie. Deze checklist is onderdeel van het protocol en moet klaar zijn voor de start van de review. De checklist meldt ook of de uitkomstmaten al dan niet onderdeel zijn van het selectieproces, omdat dit niet altijd het geval is. Zie ook MECIR standaarden C5-13.

Moeten we echt in parallel werken om een goede systematische review te maken, en in welke stappen van de review is dit het belangrijkst? 

Het voorbereiden en uitvoeren van een systematische review vraagt veel beslissingen. Het in parallel en apart laten schrijven van delen van een review door twee personen, vermindert de kans op fouten. Het verkleint ook de mogelijkheid dat overtuigingen van één reviewer de beslissingen beïnvloeden, wat bias kan veroorzaken. Voor Cochrane reviews is werken in parallel verplicht bij beslissingen over de inclusie van de studies, bij het verzamelen van uitkomstdata en bij het beoordelen van bias. Verder is het is zeer wenselijk bij het verzamelen van informatie over studiekarakteristieken (MECIR standaarden: C39, C45, C46, C53). 

Moet ik studies die geen relevante uitkomsten rapporteren uitsluiten van mijn systematische review?

Studies die geen relevante uitkomsten rapporteren moeten niet uitgesloten worden van systematische reviews (zie ook MECIR-standaard C8). Als een studie geen uitkomsten rapporteert, betekent dit niet dat de studie deze uitkomsten niet heeft gemeten. Informatie over andere uitkomsten kan beschikbaar zijn via de auteurs.
Dit heeft te maken met uitkomstrapporteringsbias (outcome reporting bias), dit is bias die ontstaat doordat statistisch significante resultaten een grotere kans hebben om te worden gerapporteerd, terwijl de kans hierop juist lager is bij statistisch niet-significante resultaten. Uitkomstrapporteringsbias is een belangrijke bedreiging voor de validiteit van systematische reviews.